Met je huisdier op reis

 

Met uw huisdier de landsgrenzen oversteken kan eigenlijk niet halsoverkop. Dit vraagt een aantal praktische en wettelijke maatregelen. Voor alle duidelijkheid beperken we de term ‘huisdier’ hoofdzakelijk tot honden en katten.

Wettelijke vereisten

Een vaccinatie tegen hondsdolheid (rabiës) is verplicht in België ten zuiden van Samber en Maas (Ardennen) en voor alle landen van de Europese Unie. Deze vaccinatie is meestal 3 jaar geldig. Als uw huisdier enkel in België reist en niet geïdentificeerd is, volstaat een rabiëscertificaat en hebt u geen paspoort nodig. Gaat uw dier mee de grens over, is dat wel het geval. Vanaf 1 oktober 2004 geldt namelijk dat elke hond, kat of fret die de grens van een EU-lidstaat overschrijdt, vergezeld moet zijn van een Europees dierenpaspoort. Dit paspoort kan u via uw dierenarts bekomen. Het is enkel bruikbaar als de identificatie van uw huisdier erin vermeld is. Dit betekent dat elke hond, kat of fret die binnen de Europese Unie reist een microchip of duidelijk leesbare (!!) tatoeage moet hebben. Een tatoeage wordt slechts toegelaten tot 3 juli 2011. Pas als aan deze vereisten voldaan is, kan uw dierenarts de inenting tegen hondsdolheid in het paspoort vermelden.

Contacteer tijdig uw dierenarts want sommige EU-lidstaten stellen nog bijkomende eisen: Ierland, Zweden, Malta, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Finland. Deze zijn o.a. een bloedstaalname na de rabiësinenting, een behandeling door een erkend dierenarts tegen vossenlintworm en/of teken met een specifiek product,… Al deze gegevens moeten dan weer door de dierenarts in het Europees paspoort genoteerd worden.

Reizen met dieren jonger dan 3 maanden naar een Europese lidstaat is in principe niet mogelijk, tenzij de lidstaat toestemming geeft om het dier te laten reizen met een paspoort en zonder hondsdolheidvaccinatie. Dit op voorwaarde dat het sinds zijn geboorte op de geboorteplek geleefd heeft, zonder contact met wilde dieren of als het meereist met zijn moeder waar het nog afhankelijk van is. U neemt best op voorhand contact op met de ambassade van het land van bestemming. Voor reizen buiten de Europese Unie neemt u best tijdig contact op met uw dierenarts en met je ambassade van het desbetreffende land, om de juiste procedure te kennen.

Praktisch

Elke hond is anders. Met de ene is het geen probleem om op reis te gaan, met de andere is er geen beginnen aan omdat het dier liever thuis in zijn vertrouwde omgeving blijft. Een kat met buitenbeloop blijft eigenlijk ook liefst in haar eigen gekende omgeving.

Waar moet u allemaal aan denken bij het inpakken?

  • Voor reizen naar een Europese lidstaat : het Europees dierenpaspoort (zie wettelijke vereisten)
  • De meeste honden en katten hebben ook nog een “gewoon” vaccinatieboekje waar de niet bij wet verplichte vaccinaties zoals hondeziekte, katteziekte, de ontwormingen en eventuele operaties in vermeld staan. Moest uw huisdier op reis diergeneeskundige zorgen nodig hebben, dan zal de locale dierenarts het zeker op prijs stellen als u hem deze informatie kan tonen.
  • Halsband en riem met daaraan een label met uw vakantieadres en/of GSM nummer.Neem eventueel ook een recente foto mee. Als u uw hond kwijt raakt tijdens de vakantie, is het altijd handig om een foto te kunnen laten zien.
  • Voeding: Zeker als uw huisdier een voedselallergie of -intolerantie heeft, is het verstandig om genoeg voeding mee te nemen op reis. Ook in andere gevallen is het makkelijker om het voer mee te nemen, vooral als uw viervoeter kieskeurig is of gevoelig is aan voedingsveranderingen.
  • Medicijnen: Voor u vertrekt, kunt u het beste bij uw dierenarts langs gaan. Als uw dier medicijnen nodig heeft, dan moet u nakijken of er nog genoeg is voor de hele reis. De dierenarts kan u ook informeren over de regio waar u naartoe gaat.

Denk aan medicatie tegen vlooien, teken, zandvliegjes en andere insecten en een goed ontwormmiddel dat zeker werkt tegen haakworm en hartworm (o.a. in het Middellandse Zeegebied) en vossenlintworm (o.a. voor Zuid-Duitsland en Oostenrijk).

PRAAT MET UW DIERENARTS OVER DE DOOR U GEPLANDE VAKANTIE EN VRAAG NAAR DE SPECIFIEKE PROBLEMEN IN DIE REGIO.

Zorg ook voor een kennel of draagtas, eigen mand of dekentje, want ook dieren kunnen gehecht zijn aan hun “eigen bed”, plastic zakjes, speelgoed,…

De reis zelf

Uw hond moet zich tijdens de vakantie aanpassen aan de omstandigheden ter plekke. Hoe meer het klimaat op de vakantiebestemming verschilt van dat van uw gewone omgeving, hoe groter de aanpassing voor de hond is. Sommige rassen hebben moeite met hoge temperaturen, andere kunnen weer niet tegen vocht of kou.

Twaalf uur voor aanvang van de reis dient uw hond of kat zijn laatste maaltijd te krijgen, daarna mag hij alleen nog drinken zoveel als hij wil. Hierdoor wordt misselijkheid zoveel mogelijk voorkomen. Wanneer uw dier last heeft van reisziekte, vraag dan aan uw dierenarts medicijnen en dien hem die volgens voorschrift toe. Elke twee uur kan u uw dier een beetje vers water uit een meegenomen fles aanbieden. Wanneer u op de route grote hoogteverschillen moet afleggen, geef uw dier dan iets te kauwen, een kleine snack of een kauwbot. Anders krijgt hij last van druk in zijn oren en wordt hij onrustig. Als u langer dan vier uur onderweg bent, moet u ook aan pauzes voor uw hond denken. Het dier moet kunnen drinken, zijn poten strekken en zijn behoefte kunnen doen. Vergeet niet de aanwezigheid van uw huisdier te vermelden wanneer u onderweg een nacht in een hotel boekt.

Uw huisdier moet gewend zijn aan autorijden. Regelmatig oefenen in een stilstaande of rijdende auto is sterk aan te bevelen. Repeteren dus, zeker als u niet weet hoe uw dier zal reageren! Een stilstaande auto wordt in de zon zeer snel heet, vaak tot boven de 50 graden, ook al staan de ramen enigszins open. Laat dus nooit de hond achter in de auto bij warm weer. Als het niet anders kan zet dan de auto met de ramen tegenover elkaar open in de schaduw, onder bomen of in de carport.

Op de Eurostartrein zijn huisdieren niet toegelaten. Enkel geleidehonden voor blinden of gehandicapten mogen mee. Op alle andere treinen mogen uw dieren wel mee mits bijbetalen. Sommigen moeten een muilband dragen of in een hokje zitten. Raadpleeg hiervoor de websites van de maatschappijen zelf.

Informeer op voorhand bij de maatschappij zelf of bij je reiskantoor wat de mogelijkheden zijn.

Reizen met het vliegtuig blijft problemen stellen, vooral als je dier in een box in de laadruimte moet. Contacteer dus eerst de luchtvaartmaatschappij vooraleer definitief te reserveren. Dit voorkomt onaangename verrassingen.

Nog enkele tips bij WARM WEER:

  • Let op schaduw voor uw hond, bv. op het strand.
  • Laat hem niet (of niet te lang) alleen in de auto.
  • Niet te veel activiteiten! Geen stokken gooien, fietsen, … want de afkoelingsmogelijkheden van uw hond zijn zeer beperkt. Hij koelt alleen af door te hijgen. En dat doet hij al bij heet weer, ook zonder activiteit. Wees vooral voorzichtig met kortsnuitige en oudere honden.
  • Hou altijd vers, fris drinkwater ter beschikking.